vrijdag 4 november 2016

preek n.a.v. Ezechiël 47:1-12; Openbaring 21:1-7, 22:1-5

Broeders en zusters in onze Here Jezus Christus,

De oude grijze Johannes zat, zoals u waarschijnlijk wel weet, gevangen; verbannen naar het eiland Patmos, vanwege zijn prediking van het Evangelie van Jezus Christus. De leerling van Jezus die volgens de overlevering het oudst is geworden van allemaal; de laatste nog levende ooggetuige. Maar de autoriteiten hebben hem de mond gesnoerd.
Tegen het einde van de 1e Eeuw is er in het Romeinse Rijk een behoorlijke christenvervolging gaande. Het Evangelie, het Goede Nieuws is staatsgevaarlijk – dictators voelen dat haarscherp aan. En dus leggen zij mensen die van hun geloof getuigen soms het zwijgen op. Dat was in oude tijden zo en dat is vandaag de dag nog zo. Zij schijnen te denken: als het Evangelie niet meer verder mag worden verteld, verdwijnt het op den duur vanzelf wel…

Die visioenen die Johannes daar krijgt…… wat moeten we daar nu mee?
Hebt u / jij wel eens een visioen? Als je in eenzaamheid opgesloten wordt en geen uitweg ziet, dan ga je misschien wel stemmen horen en dingen zien…. Dat heb je toch ook met uitgeputte mensen die door de woestijn trekken: dat ze water zien of een oase waar die niet is? Een luchtspiegeling, een fata morgana…

Wat moeten wij met zulke voorstellingen als in het laatste Bijbelboek? Laat de kerk van vandaag niet voor de ingewikkelde werkelijkheid vluchten in een droomwereld…
- Oké, laten we heel even meegaan in die hedendaagse opvatting: Geen zweverigheid, geen vluchtgedrag; maar wat dan wel? De werkelijkheid onder ogen zien! De aarde trouw blijven. Wij mensen moeten het Koninkrijk bouwen. De handen uit de mouwen steken; de straat op; strijden tegen onrecht.
Maar daar word je zo moe van… waar haal je de energie vandaan? En brengt menselijke activiteit echt het Koninkrijk dichterbij dat Jezus verkondigde?
Als je op eigen kracht de wereld wilt verbeteren, kom je er vroeg of laat achter dat die groter is dan je dacht. Je raakt uitgeput. In deze tijd zijn veel mensen moe, erg moe. Wat haalt het uit wat ik doe? Wat heeft het voor zin? Alles wat je doet is een druppel op de gloeiende plaat.
We gaan gewoon door, dat wel… wat moet je anders? Met gevoelens van machteloosheid loop je niet zomaar te koop.
Maar wie zal onze dorst lessen? Onze dorst naar gerechtigheid, naar geborgenheid, naar innerlijke rust, naar vrede met God, met mensen, met jezelf…

Laat hij die dorst heeft, komen; en laat hij die wil, het water des levens nemen, voor niets (gratis). (Openb. 22:17)

Wat Johannes te zien krijgt in het allerlaatste hoofdstuk van de Bijbel, doet denken aan het visioen van Ezechiël.
De profeet Ezechiël heeft een zeer bewogen leven gehad. Nadat hij jarenlang het Oordeel heeft gepredikt over het ontrouwe volk van God, wordt hij zelf met de eerste lichting van Juda in ballingschap gevoerd naar Babel. En daar krijgt hij te horen, dat Jeruzalem met de Tempel verwoest is. Alle reden tot wanhoop!
In die wanhopige situatie krijgt hij een visioen; God geeft hem een blik in de Toekomst. Een visioen waarin troost en bemoediging ligt. Een nieuw Jeruzalem wordt hem getoond, met daarin een nieuwe Tempel, want God zal bij de mensen wonen. Uitvoerig wordt die Tempel met z’n pracht en praal beschreven.
En tenslotte ziet Ezechiël een beetje water onder de deur van de Tempel vandaan komen sijpelen. De bron van dat water is het Heiligdom; het komt bij God vandaan. En waar stroomt dat water naartoe? Wat gebeurt ermee? Ezechiël beschrijft het uitvoerig. Je zou denken dat het in de onherbergzame wildernis snel zou opdrogen, maar dit stroompje wordt, telkens 1000 el (een halve kilometer) verder, snel groter, tot het een brede diepe stroom is die je niet meer kunt doorwaden, maar waar je alleen maar in kunt zwemmen.
Stilstaand water is dood, maar overal waar deze beek met levend water komt, komt alles tot leven. Het water zoekt z’n weg in de richting van plaatsen waar de dood regeert, waar geen leven mogelijk is. Het stroomt naar ‘de Vlakte’, het schiereiland dat omsloten wordt door de Dode Zee. Die streek heeft een ongezond klimaat, droog, zout en heet. Het is de streek waar Sodom en Gomorra ooit gelegen zouden hebben. Als dit water daar komt, zal zelfs de Dode Zee, die haar naam eer aandoet, wemelen van de vissen! En overal waar dit water komt, zullen bomen opschieten die twaalf maal per jaar, elke maand vruchtdragen! Leven in overvloed. Zo heeft de Schepper het bedoeld.

Veel mensen in deze wereld ervaren ten diepste het leven als dor en onvruchtbaar. Je ziet het er niet onmiddellijk aan af, het lijkt allemaal nog heel wat… we houden de schijn op.
Maar God kijkt verder dan de buitenkant, Hij kijkt in de harten. Voor Hem kun je niets verbergen, Hij ‘loopt er niet in’. Omdat Hij echte belangstelling heeft, kijkt Hij door alle maskers heen. Voor Hem hoef je je niet beter voor te doen; je hoeft je niet ‘groot te houden’, niet flink te wezen. Hij zegt niet dat je zeurt, dat je je aanstelt. Laat je maar gaan, God voelt Zich daar niet ongemakkelijk bij…

De wereld, de maatschappij, en het kerkelijk leven, of ook het persoonlijke leven van velen, ze lijken vaak op een woestijn, of op de Dode Zee. Wat heeft het allemaal voor zin? Is er wel toekomst? Als het van ons mensen afhangt loopt uiteindelijk alles dood. Voor onze waarneming loopt het daar onherroepelijk op uit.
God ziet dat anders. Jezus heeft immers de dood overwonnen! De Bijbel wil ons leren om ‘met andere ogen’ naar de werkelijkheid te kijken.
‘En God zal alle tranen van hun ogen afwissen’ – zodat we, niet langer verblind, zicht krijgen op zijn werkelijkheid. En dat is geen droomwerkelijkheid, geen vlucht voor de harde werkelijkheid van alledag, maar juist een onmisbare aanvulling daarop. De krant en het journaal vertellen u niet de hele werkelijkheid, laat u niets wijsmaken!
Al het oude gaat voorbij. En Hij Die op de troon zit, zegt: Zie, Ik maak alle dingen nieuw.

De hele wereld, de Schepping is ziek, doodziek. Wanneer de toekomst van de wereld van òns afhangt, is de toestand hopeloos. Wij hebben geen geneesmiddel.
Maar het hangt niet van ons af, Goddank! De Arts die het weten kan heeft de patiënt niet opgegeven. Wees verstandig en luister naar zijn voorschriften; alleen dan worden we beter.
Hij heeft een geneesmiddel en het is gratis! (het groeit aan de bomen…)

De Kerk van alle eeuwen belijdt (Nicea): ‘Ik geloof in de Heilige Geest die Here is en levend maakt.’ – Wat zeg je daarmee eigenlijk? Geloof je dat echt? Het leven hier op aarde is ten dode gedoemd, maar: ‘Ik geloof in de Heilige Geest, die Here is en levendmaakt’!
Waar de levendmakende stroom van Gods Geest komt, wordt de dood verslonden in de overwinning.

Het visioen van Ezechiël en dat van Johannes vormen een indrukwekkende prediking van Gods reddend en genezend ingrijpen, in de wereld, en in het leven van de enkeling.
Wat Ezechiël te zien krijgt, wordt in de wereld stap voor stap, steeds eens stukje meer vervuld:
- Nieuw leven voor Gods volk na de ballingschap; dat allereerst
- Vervolgens: de tekenen van het Koninkrijk die zichtbaar waren in Jezus Christus
- Dan de uitstorting van de Heilige Geest op alle vlees, opdat Jezus’ werk zal doorgaan
- Tenslotte: de wereldwijde groei van de Kerk (zelfs tegen de verdrukking in…)

En in de toekomst: de definitieve doorbraak van Gods Koninkrijk waardoor de hele wereld een paradijs zal worden! Alles wordt nieuw.

Toekomstmuziek. Mooi hè?!
Maar wij leven nu. Wat moeten wij doen? Met onze armen over elkaar gaan zitten?
De nieuwe hemel en de nieuwe aarde liggen inderdaad in de toekomst
Maar wat betekent dat precies: ‘Toekomst’? Onbereikbaar? Wat ontzettend ver weg ligt en waarvan wij hopen dat we het misschien ooit nog eens zullen bereiken?
Nee, ‘Toekomst’ betekent: wat op ons toekomt! God komt vanuit zijn heerlijkheid op ons toe. Zijn Toekomst begint vandaag! God is bezig zijn Schepping te herstellen.

De weg van de Tempelbeek is de Weg van het Koninkrijk. God begint in het klein (Denk aan de gelijkenis van het mosterdzaad!), maar de stroom wordt alsmaar breder en dieper.
Bij tijden vragen wij ons af, of God nog wel aan het werk is, of het nog wat wordt met dat Koninkrijk, met de Kerk, met dat geloof van ons…
Wij kunnen, op eigen kracht, de dingen hooguit een beetje oplappen, maar God maakt alle dingen nieuw. Waar Hij werkt, wòrdt het wat - en het wordt niet minder, maar meer.
Overal in de wereld is God aan het werk en geen macht in de wereld kan Hem tegenhouden.

Zulke visioenen hebben mensen in alle tijden op de been gehouden.
Al storten modderstromen van leugen en dood zich uit over de wereld om alles te verstikken en te doen verdorren, wij mogen midden in alle verwarring en ontzetting ons geloof en onze hoop richten op Hem van Wie de reinigende en levengevende stroom uitgaat.
Als we ons door die stroom laten meevoeren, ontdekken we, dat het niet bergafwaarts gaat.
Als we die stroom toelaten in ons leven zal Hij ons reinigen en heel maken.
Laat het maar toe, laat de stroom van de Heilige Geest maar doordringen in alle uithoeken van je bestaan. Hij zal je genezen van je verdriet; van je beschadigde emoties; van je wrok; van je verleden… Hij wil alles in je wat is afgestorven tot leven wekken.
U bent een kind van God. Uw oude leven is met Christus gekruisigd. U hebt het nieuwe leven in u. De Heilige Geest wacht tot Hij datgene, wat God al in u gelegd heeft, mag wekken.

Door onszelf aan Hem toe te vertrouwen, Hem toe te laten, krijgen we deel aan het heil, aan zijn overwinning. De Geest van Christus doet ons delen in zijn Opstandingskracht.
Ieder die gelooft, heeft de Heilige Geest al ontvangen! (Niemand kan zeggen ‘Jezus is Heer, dan door de Heilige Geest.) We moeten ons bewust worden van wat we hèbben. Niet bidden, dat ook wij de Heilige Geest ontvangen mogen, maar dat we de bereidheid hebben, om Hem in ons zijn werk te laten doen! Dat wij deel zullen uitmaken van Gods werk in de wereld.

De stroom van Levend Water ontspringt aan de plaats waar de Heer Zich door zijn Gemeente laat ontmoeten: in het Heiligdom - waar het Evangelie verkondigd wordt; waar Gods Naam grootgemaakt wordt; waar de sacramenten bediend worden (zichtbare tekenen van Gods aanwezigheid); waar gevierd wordt, dat het leven de moeite waard is, omdat God trouw blijft aan het werk van zijn handen.

Overvloed is het kenmerk van de Heilige Geest. Deze overvloed staat tegenover onze leegte. Tegenover ons leven van ‘nooit genoeg en altijd meer’. We hebben alles en tegelijkertijd zijn we niet echt tevreden. Waar vind je echt voldoening? Wat geeft houvast in het leven?
God geeft ons door zijn Heilige Geest datgene wat we echt nodig hebben, om getroost te leven en te sterven.
Als we ‘de leiding uit handen geven, God toestaan om aan ons te werken, dan wordt het Pasen en Pinksteren in ons leven; dan worden we hoe we door God bedoeld zijn, wie we ten diepste zijn - dan komen we tot onze bestemming.

Gods werk gaat door; de Heilige Geest is een niet te stuiten stroom. Vertrouw je aan Hem toe. Dat is pas leven!