vrijdag 24 juni 2016

Preek n.a.v. Mattheüs 10:24-39

Denk niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. (Mt. 10:34)


Broeders en zusters in onze Here Jezus Christus,

Mattheüs 10 is een lang hoofdstuk, met instructies voor de discipelen die als apostelen de wereld ingezonden worden; een soort ‘Handboek voor discipelschap’.
Ik vond het moeilijk om er 1 tekst uit te pikken voor de preek, eigenlijk gaat die over heel het gedeelte dat wij net uit Mattheüs 10 lazen; maar ik heb boven de preek toch maar een tekst gezet, die in het midden staat van ons gedeelte, waar de Heer zegt: ‘Denk niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.’

Dat is een moeilijke tekst, die ons zeer bevreemdt: ‘Denk niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde’ – dat dachten we nu juist wèl! Wat zongen de engelen in Lukas 2, bij de aankondiging van de geboorte van de Messias: ‘Vrede op aarde, in mensen een welbehagen’. Daar heeft de wereld zo’n behoefte aan, vol als zij is met haat en nijd, met oorlog en onrecht! Als HIJ geen vrede komt brengen, wie dan wèl?!
Wordt de Messias in de profetieën niet aangekondigd als de Vredevorst? ‘Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst’ (Jesaja 9).
Maar nu zegt Jezus Zelf: Denk niet dat ik gekomen ben om vrede op aarde te brengen…
Zijn die profetieën over een Vrederijk dan niet waar? Berusten die op een grote vergissing?

Het is ontzettend belangrijk om de woorden van Jezus vooral te laten staan in het verband waarin ze staan, en ze daarvan niet los te maken, want dan gaat het helemaal mis.
Wat is Jezus hier aan ’t doen? Zoals gezegd, geeft Hij zijn leerlingen instructies voor Hij hen er op uit stuurt. Hij heeft net tegen zijn discipelen gezegd ‘Ik wil dat jullie de boodschap die Ik breng gaan rondvertellen, verkondigen in heel het land.’ En ze krijgen van Hem macht om hetzelfde te doen wat Jezus Zelf doet: mensen genezen en demonen uitdrijven... Maar: ze zullen ook weerstand tegenkomen!
Dàn zegt Hij: ‘Denk niet dat Ik gekómen ben…’, – Hij is ergens anders vandaan gekomen, met een missie voor deze aarde. Maar denk niet dat Mijn missie is dat er nu vrede op aarde komt. Dat is niet het doel.

Ondanks alle krachten die Hij had, ondanks dat Hij zoveel mensen kon genezen en bevrijden… je zou denken dat Hij dan ook wel alle mogelijkheden had om vrede te stichten op aarde; maar dat is zijn missie niet.
Maar waarom dan? Waarom is Jezus hier niet gekomen om te zeggen: Oké, nu moet het stoppen, al dat onrecht in de wereld, al dat verdriet, al die moeilijke dingen. Waarom is Jezus niet gekomen om er gewoon een mooie wereld van te maken waarin we allemaal weer blij zijn?
Heel letterlijk zegt Jezus: ‘Denk niet dat Ik gekomen ben om vrede op aarde te werpen’. Dat is een opvallende woordkeus, dat woordje. Hij komt niet vanuit de hemel eventjes vrede ‘droppen’ op de aarde. Al zou Hij dat in principe ongetwijfeld kunnen… dat Hij alle bestaande structuren in de wereld in een keer aan de kant veegt en daar vrede op gooit –, dat is niet waarvoor Hij gekomen is... zo werkt het blijkbaar niet.
Sterker nog: Jezus zegt niet alleen, dat Hij geen vrede komt brengen, Hij zegt zelfs het tegendeel: Hij komt het zwaard brengen! De weerstand en de strijd zijn niet een bijverschijnsel, dat de volgelingen van Jezus nou eenmaal zal overkomen; uit deze woorden wordt duidelijk, dat de tegenstand door het Evangelie zelf wordt opgeroepen! Dat is de aard van zijn Boodschap!

Door de komst van Jezus worden de verhoudingen in de wereld op scherp gezet. De verkondiging van het Evangelie brengt geen vrede teweeg. We zien Jezus Zelf in de beschrijving van het Evangelie toch ook voortdurend met mensen in de clinch liggen? Hij zoekt de confrontatie, dwingt tot het maken van een keuze. En dat willen de mensen niet: laat ons met rust!
Mooie verhalen, mooie woorden zijn natuurlijk welkom; en voor een wonder zijn de mensen ook wel in; Jezus is fascinerend, en populair… tot een bepaald punt… zolang Hij zijn publiek maar niet in zijn optreden betrekt, we blijven liever buiten schot. De positie van toeschouwer is veilig, zolang we maar niets moeten. We zijn zo al tevreden, we hoeven niet zo nodig nieuw te worden. We houden graag zelf de touwtjes in handen. We willen een God naar ons beeld en onze gelijkenis, zoals wij het liefste hebben dat Hij is, die aan onze wensen en verlangens voldoet. ‘God is liefde’, een goedzak die alles door de vingers ziet. Wie zo’n Evangelie predikt kan op bijval rekenen.
Maar zo’n Evangelie brengt Jezus niet! Hij is niet van plan Zich aan te passen aan bestaande structuren en praat niemand naar de mond, want Hij is niet uit op populariteit. Hij sluit Zich niet aan bij de bestaande orde. Dat is vragen om problemen; fans worden vijanden. Door velen wordt Hij verworpen.
‘De discipel staat niet boven de meester en de slaaf niet boven zijn heer.’ Gezien de aard van de tegenstanders van het Evangelie, is een conflict uiteindelijk onvermijdelijk; en met de duivel die daar achter zit kun je geen vrede sluiten!
Ik zal een verhaaltje vertellen:
De deur vloog met een harde knal open. ‘Op de grond, allemaal! Nu, op de grond!’ Twee mannen in uniformen stonden met pistolen klaar in de deuropening. ‘Wat is dit? Is dit soms zo’n illegale huiskerk? Komen jullie hier soms samen om een god te belijden, terwijl de staat zo duidelijk heeft gezegd dat dat niet mag? Waarom komen jullie hier samen in plaats van in de geregistreerde kerk?’ Er stond iets verschrikkelijks te gebeuren. De ene leider staarde alle mensen in de kamer een voor een aan en nam ze nauwlettend op. ‘Er zijn twee kanten in deze kamer. Wie loyaal is aan de regering en haar leden moet het bewijzen door naar de linkerkant te gaan en dan de deur uit te gaan. Wie dat doet verklaart niet in Jesu te geloven. Die is vrij om te gaan en zal niet worden gestraft. Wie Jesu kiest, gaat naar de rechterkant. Binnen drie minuten!’ zei de leider. ‘Binnen drie minuten schieten we iedereen, iedere man en vrouw en kind, dood. Wie niet trouw verklaart aan het volk.’
Wat zou u doen? Wat zou jij doen, als hier militairen kwamen binnenvallen en je de keuze hebt:
of binnen drie minuten de deur uit, of je kunt worden neergeschoten…
Het gebeurt in deze wereld. Dit is niet zomaar een bedacht verhaaltje. Dit is een gedeelte uit een boek over de onderdrukte thuiskerken in China.
Zulke dingen gebeurden werkelijk; en gebeuren nog. Op allerlei plekken in de wereld is zulke onderdrukking: Noord-Korea, veel islamitische landen…
Wij leven in een vrij land. In alle vrijheid mogen wij samenkomen zonder dat we bang hoeven te zijn. Maar dat is volgens het Evangelie eerder uitzondering dan regel.

‘Denk niet dat ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen’, zegt Jezus. ‘Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard.’ Iemand die Jezus volgt moet zijn kruis op zich nemen en moet lijden. Iemand die Jezus volgt loopt het risico om alleen te komen te staan. Sterker nog, om zijn leven te verliezen. Dat is wat Jezus aan zijn leerlingen vertelt.
Voor ons lijkt dat een ver-van-ons-bed-show. Het gebeurt in China en Noord-Korea en een aantal moslimlanden…
Maar ook wij moeten onszelf de vraag stellen: Wie staat er op één in je leven?

Jezus’ komst in de wereld brengt verdeeldheid. Als het er op aankomt – en dat komt het gelukkig niet altijd – moet je kiezen: Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van mij, is mij niet waard, en wie meer houdt van zijn zoon of dochter dan van mij, is mij niet waard.
Het hier dus niet om of-of, maar om prioriteiten. Van wie houd je, als het er op aankomt, het meest? Wie staat, als het er op aankomt, op de eerste plaats?
Jezus zegt, dat de kern van discipelschap is. Je kruis opnemen, Hem volgen en je leven behouden door het los te laten.
‘Je kruis opnemen’. Wat is dat? De theoloog en verzetsstrijder Bonhoeffer beschrijft het zo: ‘Kruis’ betekent niet ongemak en een zwaar lot, maar het is het lijden, dat voor ons uitspruit uit de gebondenheid aan Christus alleen. ‘Kruis’ is geen toevallig, maar noodzakelijk lijden… meelijden met Christus. Het ligt al klaar, van meet af aan, men hoeft het slechts op te nemen. Voor ieder ligt zijn kruis reeds klaar, hem door God beschikt en toegemeten.'

Houden wij daar rekening mee, dat er een kruis voor ons klaarligt? Of hopen we alleen maar gelukkig te worden met Jezus? Maakt geloven gelukkig?
Maar daar gaat het toch helemaal niet om? Het gaat om leven naar Gods bedoeling. Daar kùnnen wel momenten van geluk inzitten, maar daar drááit het niet om.

We moeten er dus niet raar van opkijken, als je als gelovige een kruis moet dragen in je leven. Vaak een kruis dat verbonden is met mensen die je heel na staan. Wordt er niet verbitterd over, maar vertrouw erop dat het je, zoals Bonhoeffer zegt, 'door God is beschikt en toegemeten'. Dat zijn heel grote woorden, maar als het er op aankomt kunnen we met kleinere woorden niet toe. Kruisdragen, Jezus volgen, je leven behouden om het los te laten. Daar ligt het geheim van discipelschap, van leerling-zijn van Jezus, van christenzijn.

Waarom worden wij niet vervolgd? Misschien omdat niemand last van ons heeft, aangezien we toch wel lauwe christenen zijn, een beetje ‘wereldgelijkvormig’ geworden…
Of misschien zijn we gewoon tot nog toe de dans ontsprongen. Wij hebben in onze tijd in ons land niet met vervolging te maken omdat we in Jezus geloven. Maar wie garandeert ons dat dat ook nooit zou kunnen gebeuren?

Jezus zegt: Denk niet dat ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. Want ik kom een wig drijven tussen een man en zijn vader, tussen een dochter en haar moeder en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder; de vijanden van de mensen zijn hun eigen huisgenoten! Uit deze woorden wordt duidelijk dat Jezus zélf de verhoudingen op scherp zet, dat Hij zelf een wig drijft tussen mensen. Hoe kan dat?
Dat kan maar met één ding te maken hebben, namelijk dat met de komst van Jezus in deze wereld de dingen inderdaad op scherp zijn komen te staan. Met Jezus zijn we de vrijblijvendheid voorbij. Er staat te veel op het spel: de hele wereld staat op het spel, de wereld die Hij zo liefheeft!

Wij worden hier niet vervolgd en met de dood bedreigd. Wat wel gebeurt, is dat wie er echt voor kiest om Jezus te volgen – om z’n leven daarnaar te richten en daarom bijvoorbeeld niet mee te doen met dingen die anderen ‘gewoon’ vinden, te maken kan krijgen met tegenstand in de binnenste kring, van huwelijk en gezin. Je ‘hoort er niet bij’.
(Dat kan in het gezin of in de familie, het kan ook je ervaring zijn op school of op je werk…)
Het is niet zo, dat er automatisch wel ruzie moet komen in families waar Jezus in het midden komt te staan; gelukkig hoeven we niet altijd een keus te maken tussen een geliefd mens òf God! Maar het kàn wel, het komt wel voor… dat je daardoor uit elkaar groeit, er niet meer bij hoort… In elk geval kunnen we deze woorden van Jezus niet zomaar terzijde schuiven.

Maar waar vinden we de kracht en de motivatie om Jezus te volgen, koste wat het kost? en dit ook vol te houden? Is dit geen onmenselijk grote opdracht, waar we gewoon nooit aan kunnen voldoen?
In elk geval kunnen we er nooit op eigen kracht aan voldoen! En vanuit onszelf wíllen we het ook niet. Wie wil nou een kruis dragen, wie wil nou volgen, wie wil zijn leven loslaten in plaats van zelf de touwtjes in handen te houden? Dat willen we niet; vanwege de zonde die ons leven in de greep heeft. Want het woord ‘zonde’ betekent niet dat je verkeerde dingen doet, ‘zonde’ is dat je God de eerste plaats in je leven niet gunt! Er is maar één manier om toch weer zover te komen en dat is door te beseffen hoe Jezus zelf zich heeft weggecijferd om u/om jou te redden. Hij stierf voor u/voor jou en kocht u en jou vrij met zijn bloed.
Zouden wij dan niet moeten zeggen: 'Wat zal ik op mijn beurt aan de Heer geven voor alles wat Hij aan mij heeft besteed?'

Nee, er is nog geen ‘vrede op aarde’, in die zin dat ieder mens blij en gelukkig kan zijn.
Maar waar het Jezus om gaat is dat wij mensen, deze wereld, vrede met God krijgen.
Want dat is pas echt Vrede!
Vrede in je hart, ook al zitten we nu nog midden in de strijd; een echte oorlog met de macht van het Kwaad die nog vreselijk tekeer gaat, om zo veel mogelijk schade aan te richten; omdat hij de Gemeente van Christus en het volk van God wil vernietigen.
Jezus maakt daar niet eventjes een einde aan met een knip van de vingers, want het is een echte strijd. Maar de afloop van de strijd staat al wel vast. Uiteindelijk wordt al het kwaad in de wereld overwonnen.
Houd nog maar even vol.
Amen.